Zelf was Sylvia Kristel recentelijk nog in de literatuurverfilming Lijmen/Het been te zien naar de roman van Willem Elsschot. Nu zit ze in de jury van de Film en Literatuur competitie van Film by the Sea en laat haar ervaren oog gaan over een reeks literatuurverfilmingen van over de hele wereld. Goede en minder goede uiteraard.
Op een relatief rustige festivalmiddag, misschien wel de stilte voor de storm, spreken we met actrice, schrijfster, schilderes en zangeres Sylvia Kristel. Het voormalige fotomodel werd in 1973 tot een internationaal icoon toen ze in de hoofdrol verscheen van de Franse erotische film Emmanuelle. Kristel maakte films in Nederland maar vooral in het buitenland en verscheen met regelmaat in Franse, Italiaanse en Amerikaanse films. In februari van dit jaar verscheen haar autobiografie Naakt.
Net voor het interview heeft Kristel met haar mede juryleden Evening van Lajos Koltaj gezien maar wat ze van de film vindt mag ze nu natuurlijk nog niet wereldkundig maken. Nadat ze over de film overleg heeft gehad, schuift ze aan in het gezellig rumoerige Cine café van het Cine City bioscoopcomplex in Vlissingen, gastheer van Film by the Sea.
Over literatuurverfilmingen is doorgaans veel te doen, het boek is immers altijd beter, zo menen de boekenwurmen. Maar wat maakte nu een goede literatuurverfilming? Sylvia Kristel fronst bedenkelijk: “Ai dat is geen makkelijke vraag. Ik weet niet of het altijd zo’n goed idee is om een boek te verfilmen. Ik houd veel meer van originele scripts. Een goede boekverfilming moet natuurlijk wel dicht bij het boek blijven. Ik vind dat toch een beetje beperkt. Als je een boek niet gelezen hebt en je ziet toch de film dan zou je dus kunnen concluderen: ‘nou dat boek hoef ik dus niet meer te lezen’ terwijl je daarmee het boek misschien onrecht aandoet. Het voordeel van een boek lezen is dat je zelf de kleuren en de personages kunt maken terwijl dat bij een film ‘what you see, is what you get’ wordt.”
Het is voor Kristel duidelijk dat er toch een grote afstand bestaat tussen het boek en de film en dat het nagenoeg onmogelijk is om alles letterlijk over te brengen naar het doek van de film. De regisseur maakt ook zijn keuzes en kan dus, tot afgrijzen van de auteur, flink afwijken van de bron.
“Kijk ik ben acteur en schilder en heb de animatiefilm Topor et moi geregisseerd maar wordt niet echt emotioneel over hoe de schrijver zich voelt wanneer de regisseur met zijn werk aan de gang gaat. Het is ook lastig om een schrijver op de set te hebben. Ik het een keer meegemaakt op een filmset waarbij de schrijver op een gegeven moment bijzonder op de zenuwen van de regisseur begon te werken. Maarja in het contract stond dat de regisseur verplicht was het precies te doen zoals de schrijver het zei. Soms lukt dat gewoon niet. Bij film hoef je helemaal niet zoveel uit te leggen omdat het beeld vaak volstaat en dat ziet een schrijver anders.”
Schrijf en filmtaal zijn moeilijk te verenigen. Daar is Kristel het roerend mee eens en toch zijn er natuurlijk literaire verfilmingen die indruk maken, op hun eigen manier werken en bijblijven.
“Ik heb zelf ook wel boekverfilmingen gedaan, Emmanuelle en Lady Chatterly’s lover bijvoorbeeld, maar een film die mij echt bijgebleven is, is dan toch wel Madame Bovary met Isabelle Huppert. Ik vond dat boek al mooi en ik dacht van: ik ben benieuwd wat er van terechtkomt. Maar ik was aangenaam verrast.”
Boeken en vooral bestsellers worden bij de vleet verfilmd. Van bestseller auteurs worden de filmrechten van vervolgromans vaak al bij voorbaat gekocht voordat er nog maar daadwerkelijk een letter van de roman op papier is gezet. Een literatuurverfilming is zondermeer een commerciële onderneming.
“We (de jury) vroegen ons al af waarom er niet meer originele scenario’s geschreven worden. Dat komt eigenlijk door de producenten die boeken lezen, zeker bestsellers, en er dan snel een film van willen maken. Kijk, dan is het productioneel wel te begrijpen dat ze een succesverhaal willen verfilmen. Het is makkelijk en commercieel interessant maar ik vind het niet erg spannend. Ik heb toch liever het boek dan de verfilming.”
Over de competitiefilms kan Sylvia Kristel natuurlijk nog niets zeggen. Uit de films in het programma aanbod die buiten de competitie vallen pikt ze er toch eentje uit.
“Little miss sunshine’ . Een bijzonder leuke film. Ik houd van dat soort films. En dan spreek ik alleen voor mezelf en niet als jurylid, maar al die Amerikaanse, epische toestanden met veel violen waarbij je denkt is het nou nog niet afgelopen, die zijn aan mij niet besteedt. Ik houd meer van een kleine maar goed gemaakte film en niet gemaakt volgens de wetten van de studio’s.”
Constant Hoogenbosch
©Movie Machine 2007