Je kunt films op verschillende manieren liefhebben. Maar bij elke vorm van filmliefde zal het bekijken en beleven van een film toch een aanzienlijke factor zijn. Het is om die reden toch wonderlijk (en dat is heel netjes gezegd) dat steeds meer mensen in de zaal nog lang na de begintitels van een film door zitten te keuvelen over koetjes en kalfjes. Ze hebben klaarblijkelijk nog niet eens met een half oog aandacht voor de film die inmiddels tien minuten (!) bezig is. De filmliefde van ondergetekende openbaart zich, zonder arrogant te zijn, op heel wat oprechtere wijze. Terwijl de dames op de rij achter mij discussiëren over de kleuren keuzes in de diensten van de lokale begrafenisondernemer, ben ik al tien minuten op reis onder hoede van regisseur Lee Tamahori voor zijn op klassieke leest geschoeide familiedrama Mahana. Gebaseerd op de roman van Witi Ihimaera, ook verantwoordelijk voor Whale Rider, neemt Tamahori ons mee naar het Nieuw-Zeeland van de jaren 60. Het vertelt het verhaal van een oude vete tussen twee Maori families. En ik zei hierboven al dat het een film volgens klassieke leest is. Verhalen rond bittere familievetes, de geheimen die aan die vete ten grondslag liggen en de verzoening onder hoede van een nieuwe generatie. We kennen de verhalen, maar ook nu werkt het weer. Mahana is een fijn en vooral toegankelijk familiedrama. Dat hadden de dames op de rij achter mij na tien minuten waarschijnlijk ook in de gaten. Het was ineens stil. Oh, wat is film toch een heerlijk medium. Wanneer Mahana in de Nederlandse filmhuizen/bioscopen te zien zal zijn is nog niet bekend.