Jeffrey Dahmer, Ted Bundy, Henry Lee Lucas, Charles Manson. Een reeks bekende namen van psychopaten en seriemoordenaars die inmiddels naast hun daden bekendheid genieten als inzet voor het medium film. Het is echter een introverte, wereldvreemde boer uit Plainfield, Wisconsin, die al enige decennia zijn sporen nalaat en een dankbare bron vormt waaruit schrijvers en regisseurs ‘inspiratie’ putten.
Veel slachtoffers heeft Ed Gein (spreek uit Gien), the Butcher van Plainfield, niet op zijn naam staan. Het is eerder de wijze waarop de zonderling met zijn onfortuinlijke slachtoffers na hun dood te werk ging die nog steeds de haren te bergen doet rijzen.
Aangenaam, Ed Gein…
Ed en zijn broer Henry werden grootgebracht door enerzijds een drinkende en gewelddadige vader en anderzijds door een religieuze en dominante moeder met een afkeer van seks en daarmee ook mannen. Met onophoudelijke inzet hield ze haar zoons voor dat alle vrouwen slechts uit waren op zondige handelingen en dat alleen het werk op de boerderij de zegen van God kon wegdragen. Vader Gein overleed in 1940 en vier jaar later kwam broer Henry om tijdens het bestrijden van een bosbrand (wat overigens nog in twijfel wordt getrokken, er gaan verhalen dat Ed zijn broer vermoordde). In 1945 kreeg moeder Gein een hersenbloeding waardoor ze aangewezen was op de hulp van haar zoon. Ed gleed steeds verder af in een isolement en het enige verbale contact kwam uit de dagelijkse indoctrinatie van zijn moeder. Toen ze stierf bleef Ed achter met een ernstig verstoord beeld van de werkelijkheid.
In zijn vrije tijd las Ed graag boeken over anatomie en de concentratiekampen van de Nazi’s en de experimenten die daar ten uitvoer werden gebracht. Gein was met name geboeid door de vrouwelijke anatomie. Alleen, zonder de ‘morele steun’ van zijn moeder gaf Ed steeds meer toe aan allerlei erotische fantasieën. Als hij op een dag in de overlijdensadvertenties leest over een vrouw die zojuist begraven is knapt er iets in Ed. Dat wordt het begin van een vreselijke reeks necrofiele daden die zich uitstrekt over een periode van tien jaar. Van hele lichamen tot slechts lichaamsdelen, Gein haalde van alles uit graven naar boven, maakte het graf vervolgens weer netjes dicht en nam zijn trofeeën mee naar huis.
Thuis experimenteerde hij met de lichaamsdelen en maakte allerlei objecten van de botten en de huid. De organen sloeg hij op in een vrieskist om later op te eten. Om het macabere plaatje sluitend te maken verrichtte Gein ook seksuele handelingen met de lijken. De eenzame zonderling groef uiteindelijk ook zijn eigen moeder weer op en nam haar mee naar huis.
Ed Gein’s fascinatie met het vrouwelijk lichaam groeide uit tot de wens zelf een vrouw te worden. In een van zijn meest uitzinnige handelingen fabriceerde hij een volledig kostuum van de huid van verschillende vrouwen dat hij zelf aan kon trekken.
Tot dat moment had Gein zich alleen nog vergrepen aan dode lichamen maar zijn aandacht begon zich te verschuiven naar levende vrouwen. De 51-jarige Mary Hogan was zijn eerste levende slachtoffer. Hoeveel vrouwen Gein in de jaren daarna nog meer heeft vermoordt is niet bekend maar wel dat zijn laatste slachtoffer Bernice Worden was. Op 16 November, 1957 schoot hij haar neer in de winkel waar ze werkte en nam haar mee naar huis. Na een kort onderzoek leiden de wegen naar de boerderij van Ed Gein. Als de politie met Gein naar de boerderij teruggaat krijgen ze schouwspel voorgeschoteld dat hen nog lang zal blijven achtervolgen. Met name het lichaam van Worden dat ernstig gemutileerd teruggevonden wordt in de schuur naast het huis. Het huis zelf is een macaber ‘museum’ van opgezette lichaamsdelen. In totaal werden er lichaamsdelen van ongeveer 15 verschillende lichamen teruggevonden maar de ware omvang van Ed Gein’s daden zal wel altijd onduidelijk blijven.Gein werd levenslang opgesloten in Waupan State Hospital waar hij in 1984 op 78 jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker overleed. De boerderij van Gein werd een grote trekpleister voor sensatiebeluste nieuwsgierigen. De bewoners van Plainfield besloten daarop het huis daarop in brand te steken zodat deze plaats des onheils voor altijd verdwenen zou zijn. Het huis verdween, Ed Gein bleef.
Gein wordt Bates
Een geschiedenis als die van Ed Gein of aspecten daaruit lenen zich uitstekend voor een filmadaptatie. Het zal duidelijk zijn dat een letterlijke verfilming kan rekenen op slechts een select publiek dat zich kan vinden in filmgruwelen van de bovenste plank. Het zijn dan ook eerder delen van Ed Gein’s relaas die hun weg naar het witte doek hebben gevonden. Enerzijds tot in het absurde doorgevoerd, anderzijds als een gedegen en bijna meelijkwekkende weergave van een van ’s werelds vreemdste moordzaken.
Het was Alfred Hitchcock die de spits afbeet met zijn Psycho uit 1960. Hitchcock baseerde zich op het gelijknamige boek van Robert Bloch dat duidelijk geïnspireerd was door de Butcher van Plainfield. De schuwe Norman Bates leeft teruggetrokken in een motel, zijn hobby is het opzetten van vogels, die we in de film veelvuldig voorbij zien komen. Ook Bates leeft onder de zwarte ziel van zijn moeder. Haar uitgedroogde en gemummificeerde lichaam commandeert van zolder zijn leven en de schizofrene Norman doet nog steeds alles wat moeder hem opdraagt. Net als in het geval Gein is ook Bates het slachtoffer van een onderdrukkende moeder die hem voorhoudt dat alle vrouwen uit zijn op duivelse zonden. Hitchcock probeerde de pop van moeder Bates uit op een nietsvermoedende Janet Leigh door hem in haar kleedkamer te neer te zetten en te luisteren hoe hard ze schreeuwde toen ze hem ontdekte. Het werkte…
Hitchcocks visie lichtte slechts een tipje van de sluier der waarheid op maar was voor het filmgaande publiek in 1960 toch al vrij pittig. De memorabele douchescène bracht de bioscoopbezoekers op het puntje van hun stoel en Hitchcock voorkwam erger door de film in zwart wit te draaien. Slechts weinigen zullen in 1960 direct een link gelegd hebben naar de zaak Ed Gein omdat de afstand tussen Bates en Gein toch nog wel erg groot was.
Geinjaar 1974
De wereld was in veertien jaar aardig veranderd toen in 1974 twee films een grote stap maakten ten opzichte van Psycho maar ook van elkaar. Deranged en The Texas Chainsaw Massacre grepen beide terug op Ed Gein maar bewandelden een geheel andere weg.
Het sober en effectief vormgegeven Deranged met een krachtige hoofdrol van Roberts Blossom vertelde voor het eerste het ware verhaal van Gein, ook in psychologische zin. Voor de film waren de namen veranderd maar het was duidelijk dat hier een eerste poging werd gedaan het relaas van de kannibalistische necrofiel weer te geven. Tom Savini verzorgde een reeks indrukwekkende maar bloederige speciale effecten die bijdroegen aan de schokkende werkelijkheid die de film moest vertellen. De videoband die in 1993 verscheen bevat naast de ongeknipte versie van de film ook nog een uitstekende 25 minuten durende televisiedocumentaire uit Wisconsin, Ed Gein: American Maniac. Samen met de film vormt deze band een mooi geheel met name omdat de sfeer van de film goed aansluit bij de documentaire.
Van geheel ander allooi was Tobe Hooper’s The Texas Chainsaw Massacre. Hier werd geen natuurgetrouw beeld geschapen van een ernstig gestoorde en zielige man. Hooper deed nog een schepje bovenop de ware gebeurtenissen, trok het door in het belachelijke en schetste een totaal geflipte kannibalistische familie van een vader, zijn twee zoons en een half vergaan lichaam van opa. Het is de zwaar gebouwde Gunnar Hansen die met zijn kettingzaag een groepje nietsvermoedende toeristen naar een andere wereld helpt in een naargeestige setting met een evenzo onprettige soundtrack. Ondanks dat Hooper met de botte bijl inhakt op zijn toeschouwers ontbeert zijn film echt bloederige scènes en laat hij veel over aan de suggestie. Het predikaat van eerste splatterfilm dat The Texas Chainsaw Massacre vaak krijgt is daarmee feitelijk onterecht. Blood Feast van Herschell Gordon Lewis uit 1963 is die titel eerder waardig. Het is de totale waanzin waarmee Hooper zijn karakters ten tonele voert die afschuw wekt. De laatste vijftien minuten van de film gaan door merg en been. Niet door gruwelijkheden maar door de absolute doodsangst die Marilyn Burns blijft uitschreeuwen terwijl ze op de hielen wordt gezeten door een malloot met een kettingzaag gehuld in een masker van mensenhuid. Daarnaast sneed Burns zich in werkelijkheid flink aan de scherpe takken van de struiken en is veel van het bloed op haar lichaam en kleding in de film dan ook echt.
Het is de kettingzaag zwaaiende Leatherface die moet teruggaan op Ed Gein maar er net zo ver van verwijderd is als hij er dichtbij staat. De Gein-motieven zijn terug te vinden in de verering van de gemummificeerde opa, de attributen gemaakt van mensenbotten en de kannibalistische aard van de geflipte familie. Gein’s necrofiele geaardheid wordt slechts even aangestipt aan het begin van de film waarin we in flitsen opgegraven lichamen voorbij zien komen die in allerlei ‘standjes’ op de grafzerken geplaatst zijn.
Silence of the Lambs
De invloed van Ed Gein reikte ook tot in één van de grootste successen op het gebied van de thriller rond een seriemoordenaar. Het Oscarwinnende Silence of the Lambs van Jonathan Demme uit 1991 voerde een moordenaar op die feitelijk een samenvoeging is van drie klassieke gevallen. Buffalo Bill, gespeeld door Ted Levine werd de filmpersonificatie van Ted Bundy, Gary Heidnick en Ed Gein. Van Bundy werd het gegeven van de arm in gips gebruikt waarmee hij zijn slachtoffers zijn auto in lokte. Gary Heidnick nam jonge meisjes mee naar de kelder van zijn huis waar hij ze in een put gooide. De inbreng van Ed Gein wordt in de loop van de film duidelijk wanneer Buffalo Bill bezig is een pak van mensenhuid te maken omdat hij zich wil transformeren tot een vrouw. De figuur van Buffalo Bill staat van de drie inspiratiebronnen nog het dichtst bij Ed Gein. Hij leeft alleen, is wereldvreemd, is obsessief bezig met een hobby van uitheemse motten en de immense kelder onder zijn huis is een macabere verzameling van schokkende attributen waaronder lichamen en delen daarvan.
Ed Gein – 2000
The Silence of the Lambs is een belangrijke wegbereider geweest voor genrefilms rond seriemoordenaars. Het grote filmpubliek bleek toch meer te kunnen verdragen dan voor mogelijk was gehouden en een stroom soortgelijke films werd losgelaten op de wereld. In deze stroom verschoof ook voortdurend de grens van het toelaatbare. Zo werd het mogelijk dat expliciete scènes bij een breder publiek toegang kregen en niet slechts meer in een cultcircuit van horrorfanaten terug te vinden waren.
Het werkelijk verhaal van Ed Gein gaat ook heden ten dage nog alle voorstelling te boven maar een accurate weergave van zijn gruweldaden zal nu eerder een breed publiek vinden dan twintig jaar geleden. Regisseur Chuck Parello waagde de gok en schakelde Steve Railsback in voor de rol van Ed. Railsback vertolkte eerder op uitstekende wijze de rol van Charles Manson in Helter Skelter van Tom Gries uit 1976 en zet ook in de huid (tja) van Ed Gein een goede rol neer. Carrie Snodgress is te zien als zijn heersende moeder.
De film Ed Gein put zijn gruwel uit de daden die de ingetogen geportretteerde Gein systematisch ten uitvoer brengt zonder daarbij te vervallen tot spektakel. Dat maakt Ed Gein tot een bijna saai relaas van een oninteressante, wereldvreemde man die alsof het de normaalste zaak van de wereld is zijn dagelijkse dosis gruwelen tot zich neemt. Parello benadrukt de eenzaamheid en de wereldvreemdheid waarin Gein steeds verder afglijdt en zich uiteindelijk ook totaal niet meer schuldig acht aan zijn daden. Ze zijn voor hem zelf immers de normaalste zaak van de wereld geworden.
En zo is Ed Gein nu op de videomarkt verschenen in al zijn ‘glorie’ voor degenen die nu eens willen zien wie er echt aan de wieg van zo vele boeken en films heeft gestaan…een onbeduidend, eenzaam en contactgestoord mannetje dat zich in zijn eigen gruwelwereldje toch zeer op zijn gemak voelde. De gelatenheid waarmee Gein zijn arrestatie onderging en de gesprekken die hij later voerde tonen een man die zich bijna van geen kwaad bewust is. De feiten zijn angstaanjagender dan welke fictie van alle Michael Myers, Freddie Krueger’s en Jason’s bijelkaar.
Ed Gein is op video en DVD te huur
Constant Hoogenbosch
© Movie Machine 2004