Eind jaren ’80 vroeg het tijdschrift American Film aan 54 Amerikaanse filmcritici de beste film van het decennium te noemen. Raging Bull uit 1980 kwam als beste uit de bus, nota bene de film die in 1981 Robert DeNiro en editor Thelma Schoonmaker met een Oscar bekroonde maar in de overige categorieën schandelijk werd gepasseerd.
Martin Scorsese heeft tijdens zijn lange carrière driemaal absoluut recht gehad op een Oscar voor Beste Regie. Naast Taxi Driver (1976) en Goodfellas (1990) wordt het trio vervolmaakt door Raging Bull. Scorsese schetste het indringende relaas van half zwaargewicht bokskampioen Jake La Motta immers op een wijze die op meer dan één front geniaal was.
Gefilmd in zwart wit presenteerde regisseur Martin Scorsese één van de iconen van de filmgeschiedenis. Robert DeNiro speelde één van de beste rollen uit zijn carrière en transformeerde zich voor de rol van een getrainde bokser tot een wanstaltige dikzak.
Bokser Jake LaMotta was bijzonder agressief en dat kwam hem goed van pas in de boksring maar daarbuiten werkte het vernietigend op zijn privé leven. Hij sloeg zijn vrouw en broer en werd meer en meer een man voortgedreven door persoonlijke demonen met een sterke neiging tot zelfdestructie die in de ring levensgevaarlijk was maar daarbuiten een ramp voor zichzelf en zijn omgeving. Opkomst en ondergang werden nog nooit op zo’n indrukwekkende wijze in beeld gebracht als in Scorsese’s grimmige Raging Bull.
Robert De Niro las in 1973 al de autobiografie van Jake La Motta toen hij werkte aan de opnames voor Godfather II. Hij raakte direct gefascineerd door de persoon LaMotta en legde het plan voor een film voor aan Scorsese met wie hij net Mean Streets had gemaakt. Maar Scorsese stond er sceptisch tegenover en liet weten helemaal niets met boksen te hebben. DeNiro gaf niet op en wist Scorsese uiteindelijk toch aan zijn zijde te krijgen. Maar daarmee was de film natuurlijk nog niet gemaakt. In de daaropvolgende jaren probeerden De Niro en Scorsese de film te realiseren. Het zou tot 1978 duren voordat er schot in de zaak kwam.
1978 was aanvankelijk geen goed jaar voor Martin Scorsese. Had was verslaafd aan cocaïne en kwam na een bijna fatale overdosis in het ziekenhuis terecht. Het was daar dat De Niro aan zijn bed verscheen en hem op het hart drukte zo snel mogelijk van zijn verslaving te komen en dan met hem de film rond Jake LaMotta te maken. Velen menen dat de vasthoudendheid van DeNiro het leven en de carrière van Scorsese hebben gered.
De eerste ronde
En toen begon de wedstrijd. Scorsese nam plaats op de regiestoel en DeNiro trainde zich suf om de juiste fysieke uitstraling te krijgen voor de hoofdrol. De aan lager wal geraakte en bijna wanhopige acteur en stand-up komiek Joe Pesci werd gecast als Jakes’s broer Joey La Motta en voor de rol van Vicky La Motta werd de piepjonge Cathy Moriarty ingezet.
Ook voor Pesci was Raging Bull een verlossing. Hij had daarvoor maar één film gemaakt, Death Collector, maar die had DeNiro gezien en hij kon zich de kleine acteur nog goed herinneren. Pesci rekende al helemaal niet meer op een filmrol en had zijn zinnen weer op het toneel gezet toen hij werd gevraagd voor Raging Bull. Het driemanschap Scorsese, DeNiro en Pesci zou in de loop der jaren heel wat vruchtbare projecten afleveren. Dat Robert De Niro op de set tijdens de opnames per ongeluk een rib van Pesci brak bij een stoeipartij zal hij DeNiro dan ook zeker vergeven hebben. De scène zit overigens wel in de film. Het trio zou later ook verantwoordelijk zijn voor GoodFellas, met een Oscar voor Pesci, en in 1995 nog eens voor Casino, waarin ook Sharon Stone verscheen, die jaren daarvoor nog auditie had gedaan voor de rol van Vickie La Motta in Raging Bull.
Mag het ietsje meer zijn?
DeNiro’s vertolking van Jake La Motta is van hoge klasse en het was hem van meet af aan duidelijk dat hij de teloorgang van de eens zo succesvolle bokser niet alleen door acteerwerk kon laten zien. La Motta werd immers van een getrainde bokser uiteindelijk tot een zwaarlijvig monster. DeNiro weigerde een zogenaamde ‘fat suit’ te dragen dat hem dik zou maken. Hij koos ervoor om zijn lichaam aan dezelfde afbraak bloot te stellen. In slechts zes maanden werd DeNiro van een topatleet tot een vadsige, aan lager wal geraakte nachtclub entertainer. Scorsese moest de opnames zo plannen dat hij DeNiro zijn fysieke transformatie kon laten ondergaan. Toen DeNiro na een reces van twee maanden terugkeerde op de set was hij 60 pond aangekomen en begonnen zijn collega’s, waarvan enige hem niet eens herkenden, zich zorgen te maken over zijn gezondheid. Martin Scorsese besloot uit voorzorg het aantal geplande opnamedagen van 17 terug te brengen tot 10 dagen. Maar zelfs dat bleek erg zwaar. Het aantal takes per dag, dat stond op ongeveer 40, was niet haalbaar. De fysieke gesteldheid van DeNiro liet slecht 3 a 4 takes per dag toe.
DeNiro’s gewichtstoename voor de rol werd jarenlang niet overtroffen door een andere acteur tot Vincent D’Onofrio 70 pond aankwam voor zijn, overigens eveneens uitstekende, rol van de getergde soldaat Lawrence in Stanley Kubrick’s Full Metal Jacket (1987).
Grimmig
Waar Rocky in 1976 nog de nadruk had gelegd op de Amerikaanse Droom van de underdog die zich met veel inzet en moed letterlijk een weg naar de top knokt, bewandelde Raging Bull een heel ander pad. In grimmig zwart wit was het juist de teloorgang van een groot bokstalent dat inzet van de film was. En hadden de boksscènes in Rocky een duidelijk heroïsche ondertoon, in Raging Bull waren het harde, bloederige, bijzonder intiem in beeld gebrachte gevechten waarbij de toeschouwer bijna met de boksers in de ring staat.
Scorsese wilde de boksscènes op een unieke, niet eerder vertoonde wijze vormgeven. Hij besloot het leger camera’s terug te brengen tot slechts één. En die ene cameraman was bijna als een derde bokser in het gevecht die van zeer nabij de bokspartij moest vastleggen. Dat vergde veel aan voorbereiding. De cameraman moest immers ook de gevechtschoreografie in de gaten houden. Enerzijds om de actie optimaal in beeld te brengen maar anderzijds om zelf buiten schot te blijven en niet door een miscalculatie een forse klap op te lopen. De inzet wierp zijn vruchten af en in de film staan we als toeschouwer inderdaad in de ring bij La Motta.
De status
Iedereen die Raging Bull heeft gezien is op zijn minst van mening dat Scorsese’s tour de force een film van monumentale omvang is die het stempel klassieker meer dan waard is. En toch was dat besef in 1980 blijkbaar minder groot. Raging Bull kreeg in 1981 wel acht Oscarnominaties maar nam er slechts twee mee naar huis voor de prestatie van Robert De Niro en voor het, inderdaad uitstekende, werk van editor Thelma Schoonmaker. Dat Scorsese werd gepasseerd kan nog steeds een kleine schande worden genoemd. De Oscars voor beste film en beste regie gingen in dat jaar naar Robert Redford en zijn Ordinary People, een goed gemaakt en vooral degelijk drama, dat echter geenszins in de hogere regionen thuishoorde waar Scorsese’s Raging Bull verkeerde.
Raging Bull werd het begin van een zeer vruchtbare samenwerking tussen Scorsese, De Niro en Joe Pesci, die alleen al met de drie films die ze samen zouden maken filmgeschiedenis schreven. Met zijn fysiek letterlijk zware rol in Raging Bull onderstreepte Robert DeNiro zijn status van acteergodheid nog eens en het beeld van de in zwart wit gefilmde, dichtgeslagen en bebloede kop van DeNiro als LaMotta staat voor altijd in het geheugen gegrift, een icoon van monumentale omvang voor de jaren tachtig.
Constant Hoogenbosch
©Movie Machine 2006