De naam van Edgar Reitz wordt in één adem genoemd met Heimat. Niet voor niets. Reitz schonk een aanzienlijk deel van zijn leven en carrière als filmmaker aan het omvangrijke familie epos dat in 1984 het levenslicht zag onder de titel Heimat – Eine deutsche Chronik. Reitz beschreef de geschiedenis van de familie Simon in de twintigste eeuw. Hij schiep het fictieve dorpje Schabbach in de Hunsrück en volgde hoofdpersoon Maria Simon van 1918 tot 1982. Vanuit de microkosmos van het dorpje verloor Reitz de macrokosmos van de wereldgeschiedenis niet uit het oog. Heimat is nu terug in de filmzalen. De restauratie van het magnum opus van Reitz nam vier jaar in beslag en openbaart zich nu in kristalheldere beelden aan een nieuwe generatie. Een nieuwe generatie aan wie Reitz zelf lesgeeft en de kunst van het filmen en het vertellen van een verhaal doorgeeft. En vertellen kan Reitz. Als hij hoort dat ik uit Nijmegen kom, denkt hij terug aan Joris Ivens en een bezoek aan Nijmegen. Een verhaalt ontvouwt zich.
Reitz: “Ik heb Joris Ivens leren kennen op zo’n avontuurlijke wijze dat het bijna een scene uit een film is. Ik was in Rimini in Italië. Het is de stad waar Fellini geboren is en daar is ook een klein filmfestival. Ik was daar te gast en verbleef in een heel oud hotel. Er waren nog hele oude personenliftjes die zo nauw waren dat je er eigenlijk maar met één persoon in kon. Ik kom met de lift naar beneden en op de tweede etage stopt de lift. De deur gaat open en er komt een kleine oude man met zilvergrijs haar de lift in. Toen de liftdeur zich sloot kreeg die kleine man een astma-aanval en het leek erop dat hij om ging vallen. Ik heb hem toen opgevangen en ondersteund. Toen we beneden aankwamen en de liftdeur openging stonden daar zeker honderd fotografen. Ik had toen nog niet in de gaten dat ik Joris Ivens in mijn armen had. Zo hebben wij elkaar leren kennen.”
Dan verplaatsen we ons naar Heimat, de omvangrijke familiekroniek over het fictieve dorp Schabbach in de streek Hunsrück. Het zal niet de eerste keer zijn dat u de vraag krijgt waar het idee vandaan kwam om dit verhaal te vertellen.
Reitz lacht: “Nee, zeker niet en toch is die vraag, als ik eerlijk ben, uiteindelijk niet zo eenvoudig te beantwoorden. Je maakt een film immers niet zo snel om een idee te realiseren. Een film ontstaat uit duizenden beelden en verhalen en het begon voor mij eigenlijk met één bepaald beeld dat ik voor me zag.”
Reitz schuift het boek naar voren dat voor hem op de tafel ligt. Hij laat de foto zien van een man. We zien hem op de rug en hij loopt van ons weg over een landweg tussen landerijen.
Reitz: “Het was dit beeld waarmee het voor mij allemaal begon, dit was het uitgangspunt. Een man gaat weg…. Hij gaat naar de horizon, verlaat het land en niemand weet waar hij gebleven is. Ik zag dit beeld voor me en het is deels ook mijn eigen leven.”
U was die man?
Reitz: “Ik was de man die wegging. En als je naast de eerste Heimat ook de beide andere Heimat delen bekijkt dan gaat het altijd om het weggaan. Daar gaat het altijd om.”
Is dat voor u belangrijk, dat aspect van het weggaan… of is het iets wat bij ons leven hoort?
Reitz: “Ja, je kunt zeker zeggen dat het weggaan tot op zekere hoogte tot ons leven behoort. De horizon waar we naar kijken groeit immers met ons mee naarmate we ouder worden. De horizon van een kind is anders dan van een jong volwassen man. Het is een heel natuurlijk instinct om die horizon op te zoeken en te willen zien wat er achter de horizon is… waar gaat de wereld verder? En waar ben ik als ik naar de horizon kijk? Daarbij komt ook nog dat alles wat wij vaderland (Heimat) noemen … dus familie, landschap, traditie, dat zijn allemaal krachten die ons vasthouden. Het zijn onze wortels en die houden ons vast. Ik denk dat het een kwestie van fantasie is. Waarom willen en gaan mensen weg? Ze hebben het beeld van een paradijs in hun hoofd, ze fantaseren ervoer en ze zoeken dat paradijs. Dat is ook tegenwoordig nog het geval. We zien het bij al die migratiestromen. Dat beeld laat zich niet makkelijk opzij zetten. Het beschikt over een enorme energie en kracht. Een kracht die sterker is dan alle grenzen.”
Heimat, het vaderland is voor u dus ook iets wat niet echt tastbaar is.
Reitz: “Ja, dat is het interessante aan dat begrip. Heimat, het vaderland wordt tastbaar wanneer je weggaat. We laten ons voortdrijven door onze fantasie, scheppen een fantasiewereld, een ideaalbeeld en brengen de energie op om weg te gaan om dat ideaalbeeld te zoeken. Maar wanneer we uiteindelijk ergens anders aankomen, nemen we het vaderland weer mee.”
Uit nostalgie?
Reitz: “Deels, maar kijk naar de vele immigranten die bijvoorbeeld in het verleden naar Amerika gingen. De Italianen zagen we in Little Italy, de Chinezen kwamen in Chinatown, de Duitsers namen hun Oktoberfest mee… Overal waar je kijkt hebben mensen hun vaderland verlaten en proberen vervolgens elders het vaderland weer nieuw leven in te blazen. Ze grijpen terug op wat ze kennen en wat vertrouwt is. Dat zie je ook weer bij de talloze vluchtelingen die nu uit de Arabische wereld onze kant op vluchten. Je ziet vaak dat ze in hun eigen land helemaal niet zo religieus zijn, maar eenmaal hier worden ze dat wel. Dat is toch heel interessant. Het is een stuk vaderland dat ze meenemen. Eerst is er dat idee van een paradijs, dat in het hoofd zit en maakt dat mensen weg willen. En natuurlijk kun je nu in landen als Afghanistan en Syrië niet normaal leven. Maar wanneer ze dan hier aankomen blijkt ook hier niet dat gehoopte paradijs te zijn en komen ze in een realiteit waar ze al snel hun vaderland missen. Dan proberen ze hun traditie voort te zetten en doen vaak dingen die ze thuis misschien nooit deden, alleen om dat gevoel van het vaderland in stand te houden. Het vaderland, Heimat is in de ware zin van het woord een utopie.”
In de zin van het oude Grieks begrip, een oord dat niet bestaat … bijna een distopie?
Reitz: “Zeker“
Was het van meet af aan duidelijk dat Heimat zo omvangrijk zou worden of kwam dat pas later in het proces van het maken?
Reitz: “Het begon zogezegd met dat beeld van die man. Toen ben ik dat eerste verhaal gaan vertellen. Tijdens het schrijven van het scenario werd het verhaal steeds langer. In eerste instantie dacht ik nog dat het een normale speelfilm zou worden. Maar gaandeweg kwam ik er achter dat dit verhaal pas het begin was van een veel groter geheel. Ik voelde op een gegeven moment dat er een bepaalde dynamiek in het verhaal zat dat geen einde kende. Je kunt dit verhaal niet zomaar eindigen, je moet een vorm vinden van een soort eindeloos vertellen… een verhaal zonder einde …”
Een verhaal als het leven…
Reitz: “Ja, kijk het leven kent natuurlijk wel een einde, maar we kennen dat einde niet.”
U wordt als regisseur nog wel eens gerekend tot de generatie van Duitse regisseurs als Wim Wenders, Werner Herzog, Volker Schlöndorff, Rainer Werner Fassbinder die horen bij Der Neue Deutsche Film. Nu is de eerste Heimat film uit 1984. Dat was in de nadagen van Der Neue Deutsche Film. Vindt u dat Heimat binnen de stroming van Der Neue Deutsche Film past?
Reitz: “Haha, mijn naam wordt inderdaad vaak bij deze stroming genoemd en toch heb eigenlijk heb ik daar eigenlijk nooit zo bij gehoord. Ik was altijd een beetje een buitenstaander. Maar het is anderzijds ook moeilijk te zeggen. We zijn allemaal kinderen van onze tijd. Het terugkijken in de tijd maakt vaak dat we ons dingen realiseren die we ons toen niet realiseerden. Ik was onlangs in Berlijn. Daar werd in een retrospectief een van mijn eerste films Mahlzeiten (1967) vertoont. Ik zat daar in de zaal en zag na vijftig jaar ineens mijn film voorbijkomen en dan bekijk je hem met heel andere ogen. Dan bekijk je hem zelfs alsof je de film zelf niet gemaakt hebt. De man die de film had gemaakt, hoewel ik dat zelf was, was voor mij eigenlijk een vreemde. En ik zag ook meteen dat het een typisch Duitse film voor die tijd was. Ik zag mijzelf toen ook meteen als het kind van die tijd. Zo is dat ook met Heimat. In de jaren 80 zat ik diep in die verhalen en vooral hoe je met de geschiedenis omgaat. Dat was natuurlijk voor mijn generatie ook een van de belangrijkste problemen. Hoe gaan we om met de Duitse geschiedenis? En vooral de geschiedenis van het nationaal socialisme en die tijd.”
En ook het ‘Heimat’ begrip dat natuurlijk toch beladen was.
Reitz: “Ja, dat begrip was door de nazi’s ongelofelijk aangegrepen en misbruikt. Daarmee om te gaan was een belangrijke opgave voor mijn generatie. Dat voelde ik toen goed aan en heb toen tegen mijzelf gezegd: ik behoor tot de generatie die dit moet maken. Dat zijn we de geschiedenis schuldig.”
U heeft eens gezegd ‘de filmkunst moet altijd de taal van zijn tijd spreken’. Hoe verhoudt zich dat tot Heimat?
Reitz: “Ja, maar interessant is dat we eigenlijk niet precies weten wat de taal van een tijd is. Dat weet je doorgaans pas later, wanneer die tijd voorbij is. Zo is het ook met gedachten. Je meent soms een heel originele gedachte te hebben, maar dan blijkt die gedachte, die manier van denken niet nieuw te zijn en op verschillende plaatsen op de wereld al in zwang te zijn. Dat zie je steeds weer. Bepaalde ideeën zie je gelijktijdig op verschillende plaatsen op de wereld. Ondanks dat is er ook nog een morele verplichting. Voor mij was het heel belangrijk eens te beschrijven hoe het nationaal socialisme kon ontstaan in de normaliteit. Uit een dagelijkse normaliteit. Niet vanuit dat monstrueuze, criminele perspectief van waaruit het in Hollywood films altijd beschreven wordt, maar hoe dat zijn weg vindt in een heel alledaagse normaliteit. Dat verhaal had toen nog niemand vertelt.”
Daar was u de tijd dus heel ver vooruit. We zien immers nu pas echt aandacht voor die materie en tijd door films Im Labyrinth des Schweigens (2014) en Der Staat gegen Fritz Bauer (2015).
Reitz: “Ja, dat klopt.
Maar werd er in 1984, toen Heimat uitkwam, ook zo over Heimat gesproken. Werden die onderliggende thema’s die u zojuist noemde er ook uitgehaald?
Reitz: “Weinig, heel weinig. Kijk, de film was al meteen een groot succes. Ook op de Duitse televisie keken er al 15 miljoen mensen naar. Wat mij alleen zeer verontrustte was dat er heel veel werd gesproken over herinneringen, maar zo weinig over de mechanismen die ten grondslag lagen aan het handelen van de mensen. Wat ik nu juist zo wilde beschrijven. Toen was de tijd, zoals u net al zei, nog niet rijp. Ik dacht echt dat iedereen mij wel zou begrijpen en de onderliggende context eruit zou halen, maar dat was niet het geval.”
Maar nu begrijpen we u allemaal…. En ook in Duitsland. De tijd zal het leren.
Reitz: “Gelukkig wel…
Tijd, levensduur en historische tijd spelen in de Heimat reeks een belangrijke rol. Hoe gaat u zelf met tijd om?
Reitz:“Laten we eerlijk zijn, tijd is het kostbaarste goed dat we hebben. We leven immers maar eenmaal. Onze levensduur is eigenlijk het enige dat we echt hebben. Daarom is het ook belangrijk dat je je tijd niet verdoet. De filmkunst is een prachtig instrument om de tijd te vangen en vast te houden. Andere kunsten kunnen dat niet of slechts ten dele. Schilderkunst kan het niet, muziek ten dele, maar muziek is abstract. Het concrete leven en tijd vastleggen, dat kan alleen film. Daarom vind ik de filmkunst ongelofelijk fascinerend. Zo zie ik ook dat je dus een tweede of een derde leven kunt scheppen. De grote Heimat trilogie, met al die delen, omvat nu zo’n 60 tot 70 uur aan film, inclusief Die Andere Heimat. Het is toch een beetje een parallelleven geworden. De personages, de verhalen zijn allemaal fictief, maar zijn toch zelfstandig en leven parallel naast mij eigen leven. Dat vind ik magisch. Dat is ook een fantastische gave van de mensheid om zoiets te kunnen, zoiets te scheppen. Dat we met deze nog relatief nieuwe kunst, de filmkunst de tijd kunnen reconstrueren. Het is een tweede leven.”
Is dat ook de reden waarom u steeds weer naar Hunsrück terugkeert?
Reitz: “Ja, maar er is natuurlijk het fictieve Hunsrück, uit de film, en het echte Hunsrück. Dat is een groot verschil. De wereld van de film en de wereld van het narratief, de vertelde wereld is een parallelle wereld waar je niet naartoe kunt gaan. Dat is ook een groot misverstand wanneer de toeristen komen. Die komen dan, rijden Hunsrück binnen en denken dan dat ze de film zien. En dat vinden ze natuurlijk niet. Het interessante is dat de mensen die daar wonen, de Hunsrücker zelf, proberen ook in die parallelle wereld te leven. Er zijn daar mensen die gewoon zeggen ik ben die of die uit de film.”
Er bestaat dus al een echte Heimat re-enactment beweging…
Reitz: “Haha, ja zo zou je het al haast kunnen noemen. Maar dat werkt natuurlijk niet in de werkelijkheid. Daarmee hangt ook een beetje samen met een filosofische vraag. In welke wereld leven wij eigenlijk? Bestaat er een directe realiteit zonder verhaal, zonder vertelling, zonder ons? Bestaat de wereld wanneer wij niet bestaan?
Nu komen we wel op diep filosofisch terrein van metafysisch solipsisme waarbij het zelf de enige bestaande realiteit is en alles buiten ons representaties van dat zelf zijn en er dus ook geen onafhankelijke wereld zou bestaan. Dus ook geen Heimat.
Reitz: “Ja, maar dat verhaal is ook alweer een realiteit. Ik beleef ook steeds weer opnieuw zulke verwisselingen. Er komen mensen naar mij toen die zeggen dat ik die man uit de film ben.”
U bent niet de burgemeester van Schabbach?
Reitz: “Haha, nee, Schabbach bestaat niet eens echt. Maar inmiddels bestaat er wel een dorp dat een bord heeft gemaakt met daarop de tekst Wij Zijn Schabbach. Er zijn mensen die daar rondritten organiseren en dan niet zeggen dat op een bepaalde plaats de film werd opgenomen, nee, ze zeggen dat hier de familie Simon woont, dat daar het graf van de grootmoeder ligt en op dit orgel heeft Herman gespeeld. Het is een totale verwisseling van de realiteit.”
Zo ontstaan mythen en legenden…
Reitz: “Ja, en daar kun je niet zomaar omheen en ze laten verdwijnen. Het verhaal van Heimat verdwijnt ook niet meer zomaar en het wordt nu door mensen buiten de film gedragen.”
Is het filmen en het werk aan Heimat niet inmiddels uw vaderland, uw Heimat geworden?
Reitz: “Kijk, het is mijn werk. Je werkt met een groot team. Je bent nooit alleen. Om een film te draaien heb ik 50 tot 70 mensen rondlopen en die moeten ook allemaal worden betaald. Als het geld op is moeten we allemaal naar huis. Heimat is ook echt mijn werk. Ik zie het niet als een tweede thuis.”
Maar het is wel een hele lange klus. U bent nu 83. Komt er nog een nieuwe episode in de Heimat reeks? Er is nog genoeg te vertellen denk ik.
Reitz: “Oja, er is nog genoeg te vertellen. Ik heb nooit het probleem gehad dat ik geen verhaal meer had om te vertellen. Maar ik heb de afgelopen twee jaar heel veel gedaan. Dingen die ik ook heel belangrijk vindt. Ik geef les aan de Filmschool, heb mijn studenten en dat vind ik heel belangrijk in mijn leven. Het doorgeven van de kennis, hen motiveren en de mogelijkheden van de filmkunst tonen. Daarnaast heb ik zojuist een nieuw boek geschreven, dat binnenkort uitkomt. Dat boek, Der Magische Raum, gaat over film en het vertellen. En misschien maak ik binnen afzienbare tijd ook weer een film.”
We praten dan nog even na. We kijken door de grote glazen wand naar buiten over het IJ.
Reitz spreekt zijn waardering uit voor Eye.
Reitz: “ Eye is echt fantastisch. Ik heb het hier twee jaar geleden leren kennen toen we Die Andere Heimat vertoonden. Daarna heb ik echt overal ter wereld waar ik kwam verteld over Eye in Amsterdam en wat hier gedaan wordt voor de film. Het is een prachtig voorbeeld van hoe het verder moet met film en het vertellen van verhalen.”
En het gaat uiteindelijk altijd om het vertellen van verhalen.
Reitz: “De vertelcultuur is zo oud als de mensheid. In gronde genomen hebben alle verhalen die ooit verteld zijn een onderlinge verbinding. In Heimat kun je ook de Odyssee herkennen. Alle grote verhalen van de mensheid zijn met elkaar verbonden, soms onbewust, soms bewust. Het is de begeleidende muziek voor ons leven. Ik kan mij niet voorstellen dat mensen kunnen leven zonder verhalen.”
En wat wij hier in het afgelopen half uur hebben besproken is nu ook weer een verhaal…
Reitz: “Zeker….”
Dank u…
Constant Hoogenbosch